Ernst R. Wendland, Discourse Perspectives on Hebrew Poetry in the Scriptures, [1994], 55 ... in verse Ps 30: 10, it may have formed part of a conventional prayer that the psalmist uttered as part of the temple ritual undertaken during his time of trial (cp. Psa 6.5; 28.1; 88.10-12; 115.17; 142.1; Craigie 1983:254).
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [21]Zult Gij wonder doen aan de doden? Of zullen de overledenen [22]opstaan, zullen zij U loven? Sela. 21. Te weten, in dier voege, dat zij in het graf liggende, nog enig gevoel zullen hebben om den Heere te loven, gelijk zij doen konden toen zij nog in het leven waren? Hij wil zeggen: haast U, Heere, om mij te redden, anderszins moet mijn leven haast een einde nemen. 22. Te weten, in dit tijdelijke leven, zoals zij dat in deze wereld genoten hebben. Zie hfdst.6 vs.6.